Deze munt is na aanleiding (! dus na afloop van het beleg van 1672) geslagen
Vraag: "Waarom gebruikten de Groningers deze denominatie".
Ik heb het jaarboek van het Genootschap, 89 - 2002, erop nageslagen. Een heel verhaal waarvan ik hier de verkorte versie geef. Bommen Berend staat in het rampjaar 1672 aan de poort van Groningen. Als man van God - hij is bisschop - heeft hij samen met Munster en Keulen de wapens opgepakt. Hij belegert de stad van 9 tot 19 juli, en moet zijn biezen pakken van 18 tot 28 augustus. De totale belegering heeft dus maar 10 dagen geduurt. Kort - te kort - om in de stad noodmunten te slaan. De stad heeft niet eens een munthuis! Deze 'noodmunten' zijn trouwens niet zeldzaam. Waarom zijn ze dan geslagen?
Jan van der Wis beargumenteert dat het munten zijn van de provincie Groningen. De provincie had zilver, dat snel tot munten moest worden gemaakt om de oorlogskas te spekken. Deze vierkante munten vielen - zeker na de terugtocht van de Duitsers - zeer in de smaak van de bevolking. Door de bevolking werd er een grote emotionele en historische waarde aan toegekend. De rijksdaalders van 50 stuiver, de halve, kwart en achtste rijksdaalder circuleerden als geld. De kleine denominaties hadden als voordeel dat ook de mensen met een kleine beurs zo'n munt konden aanschaffen. Het is dus een herdenkingsmunt die ook kon - en mocht - circuleren. De provincie Groningen vond dit prima, zij verdiende immers aan het uitbrengen van deze munten, die ook nog eens te weinig zilver bevatten.
De nominatie van 6 1/4 stuiver is dus bedoelt als 1/8 rijksdaalder en om de kleine man ook zo'n verzamelaars object te bieden. Pas in 1772 komt Zeeland met hun 1/8 rijksdaalder: het pietje.
"Groningen, 26 augustus 1672.
Op vrijdag 26 augustus werd alleen door musketschoten vernomen dat de vijand er
nog was want kanon en mortieren werden niet meer gebruikt. De sluitboom in de
gracht tussen de Here- en de Oosterpoort was door een 'bombe' nutteloos geworden
en dus werd het herstel uitbesteed aan twee waaghalzen.
Zij zijn uit de Marvenpijp geren met een kleine boot die aan één kant voorzien
was van opgezette dubbele planken waartussen hennep en dergelijk spul hen
enigszins moetst beschermen tegen musketschoten, maar zij hebben ter plekke het
werk kunnen verrichten zonder dat de vijand ook maar één schot op hen loste.
Weer terug in de stad hebben zij blij de beloofde 100 Caroulusguldens in
ontvangst genomen.
Toen kwam het bericht dat de vijand zich aan het terugtrekken was en zijn
troepen nog slechts achter Haren gelegerd waren. Hierom besloot Zijne
Excellentie een uitval te laten doen om eens te kijken hoe het er daarbuiten
voorstond. Om 6 uur in de avond stapten driehonderd soldaten samen met ook nog
heel veel vrijwilligers, waaronder verschillende studenten, in turfschepen die
heel stilletjes buiten de stad gebracht werden.
Zo gauw de wallekant bereikte, liepen de soldaten een eind weegs de bedekte weg
langs om degenen die zich in de Keulse batterij bevonden af te snijden." uit Jan
Drewes, Uitgebreid dagboek van het beleg van Groningen 1672, Brave New Books,
2015
Type munt | penning, 6 1/2 stuiver | Omschrift voorzijde | IVRE ET TEMPORE | Muntconditie | zeer fraai |
Provincie | Stad Groningen | Omschrift keerzijde | eenzijdig geslagen | Datum | 3 nov 2005 |
Muntplaats | Voorzijde | wapen van Groningen en Ommelanden | Verkoper | peter290371 | |
Jaartal | 1672 | Keerzijde | Bedrag | EUR 138,50 | |
Vorst | Vindplaats | Veiling | ebay nl | ||
Metaal | zilver | Schatvondst | |||
Oplage | Literatuur referentie | ||||
Gewicht | |||||
Diameter | 2 bij 2 cm (volgens verkoper) | ||||
Soortelijke massa |