Zeldzame gouden denarius van Coenwulf
Door Arnout Bruins
De Coenwulf denarius is simpelweg de belangrijkste vondst munt in een eeuw. We
vielen van onze stoel toen we realiseerden wat het was, zegt numismaat Richard
Bishop van Spink veilingen. In 2001 is de munt gevonden door een metaaldetector zoeker.
Bij de oktober 2004 veiling van Spink heeft de munt een recordbedrag van 340.000,--
opgebracht. De opbrengst is verdeeld tussen de vinder en de landeigenaar. In dit artikel
ga ik in op de vraag waarom deze munt zo bijzonder is en bespreek ik de overige Engelse
gouden munten in de vroege middeleeuwen.
Voorzijde: kop van Coenwulf naar rechts, COENVVLF REX M (Koning
Coenwulf)
Keerzijde: rosette, DE VICO LVNDONIAE (Stad Londen) FDC, volledig rond muntplaatje. Uniek.
De gouden denarius is geslagen door koning Coenwulf in Engeland. Coenwulf was een
Angel-Saxische koning die van 796 tot 821 het Engelse koninkrijk Mercia regeerde. De
gouden denarius weegt 4,33 gram en is in Londen geslagen. De zilveren penning uit die tijd
woog ongeveer 1.3 gram. De gevonden munt heeft met een gewicht van 4.33 gram een gewicht
dat gelijk is aan de Arabische denarius. De gouden denarius was ongeveer 30 zilveren
penningen waard.
Om verschillende redenen is deze munt een belangrijke vondst. Het is de enige bekende
gouden munt van koning Coenwulf. In de tijd dat Coenwulf leefde werden in West Europa
alleen zilveren penningen gebruikt. Gouden munten werden na het jaar 700 nauwelijks
geslagen, pas 500 jaar later kwam hier verandering in. De munt is de achtste bekende
Engelse gouden munt uit de periode 757 1066. Hij is zo bijzonder omdat de munt
duidelijk de vorst en muntplaats vermeldt, iets dat niet eerder op een Engelse gouden munt
uit die tijd voorkwam.
De eerste van de al bekende zeven munten is een gouden denarius van koning Offa van Mercia
(757 796). De christelijke koning Offa bouwde een groot koninkrijk op. Als
succesvol krijgsheer versloeg hij de koningen van Sussex, Anglia, Wessex, en Kent. Hierna
riep hij zichzelf uit tot koning van alle Engelsen. De denarius weegt 4.28 gram en is een
imitatie van een Arabische denarius. Op de keerzijde staat OFFA REX zodat de munt aan Offa
toegeschreven kan worden. Het is opmerkelijk dat een Christelijke koning een Arabische
munt, met Arabische teksten die Allah en Mohammed verheerlijken, imiteert. De reden
hiervoor is dat dit type gouden munten in die tijd circuleerden. Men was dus vertrouwd met
de beeldenaar. In 786 beloofde Offa de paus jaarlijks 365 van deze gouden denarii te
sturen. Van deze zendingen is één munt in Rome teruggevonden. Na de dood van Offa ging
de troon over op zijn zoon Ecgfrith. Deze overleed al vijf maanden later. Daarna ging de
troon over naar de neef Coenwulf. De recent gevonden munt is van deze Coenwulf.
Voorzijde: Er is geen god dan Allah, de Enige, Die geen andere goden
naast Zich heeft, rondom Mohammed is de profeet van Allah
Keerzijde: Mohammed is de profeet van Allah, In de naam van Allah
was in het jaar 157 de munt geslagen (ad. 774). Tussen de drie regels in staat
OFFA REX.
Uit de tijd van koning Offa van Mercia (757 796) zijn nog twee andere gouden
denarii bekend. Deze dragen echter niet de naam van Offa maar de naam van de muntmeester.
De eerste munt is geslagen door muntmeester Pendred. Deze munt weegt 3.74 gram en is een
kopie van een Romeinse aureus van keizer Augustus met op de voorzijde de keizers kop, en
op de keerzijde de godin Diana met speer en boog. De tweede munt is geslagen door
muntmeester Ciolheard in Londen, muntmeester onder Offa en Coenwulf. De munt weegt 4.12
gram, en is een kopie van een laat 4e eeuwse solidus. Deze twee munten zijn imitaties van
Romeinse voorgangers, keizer Augustus leefde 850 jaar voor Offa, en ook de solidus werd
400 jaar voor Offa geslagen. Onduidelijk is waarom zulke oude voorgangers werden
geïmiteerd. Wellicht om geen andere reden dan dat de muntmeester ze mooi vond?
Wigmund, aartsbisschop van York, (circa 837 854?) heeft ook een gouden denarius
geslagen. Deze munt weegt 4.16 gram en toont aan de voorzijde de buste van de
aartsbisschop. De keerzijde is een imitatie van een gouden solidus van de Frankische
koning Lodewijk de Vrome. Deze munt komt uit dezelfde periode als de Coenwulf denarius.
De bovenstaande gouden munten zijn imitaties van andere munten, twee Romeinse, een
Arabische en een Frankische. Daarnaast zijn er nog drie gouden denarii gevonden, hiervoor
zijn dezelfde muntstempels gebruikt als voor gewone zilveren penningen. Het zijn daarmee
afslagen. De eerste afslag is een gouden denarius van Edward de Oudere (899 924).
Deze munt weegt 4.80 gram en is gevonden dichtbij Lausanne, Zwitserland. De tweede is een
gouden denarius van Aethelred II (978 1016) en weegt 3.34 gram. De derde en laatste
is een gouden denarius van Edward de Belijder (1042 1066) en weegt 3.51 gram.
De Coenwulf denarius nummer acht wijkt af van de overige munten doordat het
geen imitatie, of een afslag in goud van een zilveren penning is. De Coenwulf denarius is
geslagen uit naam van de koning, bij een officiële munt en met officiële stempels. De
munt heeft een officieel portret en is met veel zorg gemaakt.
Waarom lieten Coenwulf en een aantal van zijn tijdgenoten gouden munten slaan? In de
(internationale) handel werden alleen zilveren penning, Arabische denarii of ongemunt goud
gebruikt. Het gebruik van munten voor betalingen was in de vroege middeleeuwen anders dan
nu. Onderling ruilden de boeren en dorpsgenoten kleine zaken met elkaar. Het ene goed werd
geruild tegen een ander goed of tegen een wederdienst. Kon men niet meteen ruilen of een
wederdienst leveren dan verschoof dat naar de toekomst. Zo bouwde men aan een stelsel van
persoonsgebonden verplichtingen. De elite bezat geen onaantastbare positie, maar moest de
loyaliteit van hun volgelingen met geschenken kopen. Deze volgelingen verlangden goud en
zilver om hun status in de samenleving te onderschrijven. Om de positie aan de top te
handhaven moest de aristocratie over voldoende edelmetaal beschikken om aan hun
volgelingen te geven. Door goud en zilver te schenken werden ook persoonsgebonden
verplichtingen aangegaan. Zo liet koning Eadres (946 955) in zijn testament opnemen
dat 2000 gouden denarii verdeeld moesten worden onder de verschillende bisschoppen. De
gouden denarii zijn daarom niet bedoeld als geld om goederen mee te kopen maar zijn
bedoeld als kostbare geschenk. Waarschijnlijk heeft Coenwulf de gouden munt laten slaan
als zeer speciaal cadeau voor enkele trouwe volgelingen.
Overzichtskaart van Anglo-Saxisch Engeland, waarop Mercia, Sussex,
Anglia, Wessex, en Kent zijn aangegeven.
Literatuur: Dr Gareth Williams, British Museum, paper voor de British Numismatic
Society Meeting, Guildhall, Bath, 6 July 2002. |