Artikelen over munten

 

Klassiek
Middeleeuwen
Modern
Euro's
Algemeen
Anders
 

Startpagina

Een bijzondere vondst in de Israelische woestijn

Arnout Bruins

Recent zijn in een grot in de Israëlische woestijn resten van een portemonnee met negen zilveren munten gevonden. Het zijn zes denarii en drie overslagen op denarii uit de periode van de Joodse Bar-Kochba revolutie uit het jaar 135 na Christus. Twee van de overslagen zijn relatief klein met een gewicht van drie gram elk, de derde is een wat zwaardere Bar Kochba tetradrachme van twaalf gram. De vondst werd gedaan tijdens archeologisch onderzoek van een grot die vlakbij de dode zee ligt. Het is pas de tweede keer dat tijdens een opgraving overslagen van de Bar-Kokhba revolutie te voorschijn komen. Professor Hanan Eshel van de Bar-Ilan universiteit in Tel Aviv neemt aan dat de portemonnee tijdens het derde jaar van de opstand is verborgen omdat de meest recente munt uit dat jaar stamt. Met de negen munten kon in het jaar 135 een huis gekocht worden, de Romeinen zullen dat de Joodse eigenaar echter niet hebben toegestaan. Om dat toe te lichten moeten we terug in de tijd.

Keizer Hadrianus (117- 138 na Christus) was een filosoof, hield van poëzie en heeft in zijn tijd allerlei wetten uitgevaardigd, terwille van de Romeinse burger. Hij bracht de rust in het Romeinse rijk terug door zijn legers uit betwiste gebieden terug te trekken. Hadrianus bezocht grote delen van zijn rijk, onder andere Judea, het land van de Joden. Ter herinnering aan deze bezoeken werden munten geslagen.

wpe14.jpg (18184 bytes)

Hadrianus op reis in Judea Sesterius

Deze munt is rond 130 na Christus geslagen naar aanleiding van het bezoek aan Judea. Op de keerzijde staat de keizer naast een vrouw (Judea) die een offer brengt. Twee kinderen staan bij haar voeten met palmtakken (bron: David Hendin, 'guide to Biblical Coins').

In het begin van zijn regeringsperiode was Hadrianus de Joden welwillend. Hij stond ze toe terug te keren naar Jeruzalem, en gaf toestemming de tempel te herbouwen die 62 jaar daarvoor door de Romeinen was vernietigd. Echter al tijdens het inzamelen van geld voor een nieuwe tempel brak Hadrianus zijn woord. Hij begon Joden naar Noord Afrika te deporteren en hij wilde een tempel voor Jupiter oprichten en niet voor Jahweh. De Joden, teleurgesteld en kwaad, bewapende zich om in het jaar 123 met een guerrilla te beginnen. Toen Hadrianus in het jaar 132 het gebied verliet brak de opstand pas goed los. De opstandelingen veroverden rond de 50 versterkte plaatsen en 985 niet versterkte plaatsen en dorpen. Ook Jeruzalem kwam weer in Joodse handen. Leider van de opstandelingen was Shimon Bar-Kochba.

Tijdens de Bar Kochba Opstand die duurde van 132 tot 135 n.Chr. zijn door de Joodse opstandelingen munten, voor propaganda doeleinden, munten geslagen met in de omschriften de tekst 'voor de vrijheid van Israël'. Toen duidelijk werd dat de opstandelingen aan de verliezende hand waren werd dit veranderd in voor de verlossing van Israël', een tekst die meer verwijst naar spirituele verlossing dan naar werkelijke vrijheid.

Deze munten werden overgeslagen op geldstukken die op dat moment in Palestina circuleerden. Zo zijn de zilveren tetradrachmes (sela in het hebreeuws) van de Bar Kochba Opstand meestal overgeslagen op Syrische tetradrachmes van Trajanus (98-117) en de zilveren denarii zijn doorgaans op Romeinse denarii van de keizers Vespasianus (69-79), Domitianus (81-96), Trajanus (98-117) en Hadrianus (117-138). Er is zelfs een overslag bekend op een munt van keizer Vespasianus die herinnert aan de onderwerping van Judea 60 jaar daarvoor. Er zijn ook bronzen munten gemaakt met diameters van circa 19 tot en met 37 mm.

wpe15.jpg (21401 bytes)

Tetradrachme (sela), ongedateerd (toegeschreven aan jaar 3 van de opstand = 134/135 n.Chr.)

Dit stuk maakt deel uit van de vondst. Op de voorzijde staat de Joodse tempel die in 70 n.Chr. door de Romeinen werd vernietigd (het stuk muur dat nog overeind staat bekend als de klaagmuur) de tekst luidt: 'Simon'. De keerzijde laat vier verschillende plantensoorten zien die gebruikt worden bij het Sukkot feest en het omschrift: 'voor de vrijheid van Jeruzalem'.

wpe16.jpg (15795 bytes)

Denarius, ongedateerd (toegeschreven aan jaar 3 = 134/135) Voorzijde: 'Simon' duiventros
Keerzijde:'voor de vrijheid van Jeruzalem, Lier'

wpe17.jpg (16688 bytes)

Denarius, ongedateerd (toegeschreven aan jaar 3 =134/135) Voorzijde:'Simon' druiventros
Keerzijde:'voor de vrijheid van Jeruzalem'

De omslag in de Joodse strijd voor vrijheid kwam toen Hadrianus een van zijn beste generaals uit Engeland liet komen. Hij gaf leiding aan maar liefst twaalf legioenen die vanuit Egypte, Syrië en zelfs Engeland en Spanje naar Judea waren gedirigeerd. De Romeinen pasten een belegeringstactiek toe, stad na stad, plaats na plaats werd belegerd en pas als de Joden zwak waren werden ze aangevallen. Dat ook de Romeinen zware verliezen leden wordt afgeleid uit het feit dat Hadrianus het naliet om de gebruikelijke boodschap 'ik en mijn leger zijn OK' naar de senaat te sturen.

De laatste slag werd in het jaar 135 gevoerd bij Bethar, het hoofdkwartier van Bar-Kocbha. Bar-Kokbha verloor. Na drie jaar vrijheid was Judea weer volledig in Romeinse handen. De Joden werden als slaven verkocht. Jeruzalem werd omgeploegd waarna de stad werd herbouwd als Aelia Capitolina en was verboden terrein voor de Joden.

wpe18.jpg (25756 bytes)

Munt uit Aelia Capitonina met het portret van Hadrianus en van zijn vrouw Sabina

literatuur
Shira Schoenberg,'The Bar-Kokhba revolt'
Garstang 'The Bar Kochba rebellion', Haaretz.com 18 april 2003.
Sear, D.R., Greek Imperial coins and their values. The local coinages of the Roman Empire, Londen 1982.

Met dank aan professor Hanan Eshel